Grote belangstelling voor de fossielen van Borsbeek

18 juni 2015 – Onder zeer ruime belangstelling vond gisteren in het gemeentehuis van Borsbeek de publieksvoorstelling plaats van het lopende bodemonderzoek in de tunnel achter de luchthaven. De lezing werd georganiseerd door de Werkgroep Natuurhistorisch Museum Boekenberg in samenwerking met de cultuurdienst van de gemeente Borsbeek. Kristiaan Hoedemaekers van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (Natuurhistorisch Museum Brussel) liet de Borsbekenaren kennis maken met ongekende elementen uit hun ondergrond. 

2015-06-17 002De graafwerken voor de tunnel onder de luchthaven spreken tot de verbeelding. In een nokvolle raadszaal met meer dan tachtig aanwezigen gaf de spreker een inleiding over de opbouw van de ondergrond. Deze opeenvolging van lagen (lithostratigrafie) kan lokaal zeer sterk uiteenlopen, wat ook bleek bij de graafwerken. Zo heeft de tunneluitgang aan de kant van Mortsel een duidelijk andere structuur in de zandlagen dan de uitgang aan de zijde van Borsbeek. Het onderzoek wees uit dat dit te wijten is aan de werking van zandbanken. De bovenste pakketten worden bovendien gekenmerkt door bioturbatie, of het omwoelen van de grond door levende organismen. De onderzoekers konden vaststellen dat de bodem in Borsbeek is doorweven met graafgangen van krabben, kreeften en kleine brachiopoden die als witte puntjes in de bodem zichtbaar zijn.

Grote fossielenrijkdom

De zanden die hier voorkomen, dateren uit het Mioceen – de periode van 23 tot 5 miljoen jaar geleden. In geologische termen is dit relatief jong: vele van de plant- en diersoorten die toen op aarde leefden, hebben vandaag nog levende verwanten of leven nog steeds op onze planeet. Zo kwamen volledige skeletten en talloze losse beenderen van walvissen en zeehonden aan het licht. Dat er in onze contreien zoveel walvisfossielen worden gevonden, heeft alles te maken met het feit dat de huidige Kanaalengte tussen Calais en Dover in die periode nog land was. De zee bedekte toen nog delen van België, Nederland en Noord-Duitsland. Walvissen die via de Noordzee naar het zuiden migreerden, kwamen hier vast te zitten en werden opgewacht door de toen levende ‘witte’ haai Carcharodon megalodon. In de bodem onder de tunnel werden tanden gevonden van dertig verschillende haaiensoorten zoals doornhaai, gladde haai, zaaghaai en engelhaai. Verder werden ook grote hoeveelheden restanten aangetroffen van beenvissen en kraakbeenvissen wat wetenschappers doet vermoeden dat hier sprake is van de rijkste jong-Miocene kraakbeenvisfauna van Noordwest Europa.

Onbekende zandlaag?

Het bodemonderzoek aan de R11-tunnel heeft mogelijk nog verrassingen in petto. In de lithostratigrafie werd tussen de reeds bekende lagen “Zand van Deurne” en “Zand van Antwerpen” een onbekende laag aangetroffen. Bij andere graafwerken in de regio, zoals de ondergrondse parking van het AZ Monica ziekenhuis, liggen het Zand van Deurne en het Zand van Antwerpen op elkaar, met een tussenliggende laag die destijds niet herkend werd. In Borsbeek bevindt zich hier echter een glauconietrijke zandlaag waarin aan de basis oesterfossielen voorkomen. Verder onderzoek moet uitwijzen of hier sprake is van een nieuwe laag. In elk geval heeft het bodemonderzoek onder de R11 zijn belang. Het is uitzonderlijk en uniek dat wetenschappers de gelegenheid krijgen om een bodemprofiel van meerdere honderden meters lang te onderzoeken. De meeste bodemonderzoeken vinden immers plaats in bouwputten voor gebouwen terwijl de tunnelwerken een veel grotere werf omvatten. Er konden ook conclusies worden getrokken over het toenmalige klimaat. Uit de gevonden fossielen blijkt dat onze regio miljoenen jaren geleden subtropisch was. De overblijfselen tonen aan dat het Mioceen een overgangsperiode was van volledig uitgestorven naar moderne fauna.

Na afloop van de presentatie hadden de aanwezigen de gelegenheid om enkele gevonden resten te bekijken. De tentoonstellingskast zal in het gemeentehuis van Borsbeek nog te bezichtigen zijn tot 1 juli.

2015-06-17 004

2015-06-17 003

Natuurhistorisch Museum Brussel behoort tot beste ter wereld

Volgens een onderzoek van de Amerikaanse nieuwszender CNN is het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen – het Natuurhistorisch Museum in Brussel – het derde beste ter wereld, zo staat vandaag in De Morgen.

Kristiaan Hoedemaekers, gekend van de lezing over de fossielen aan de luchthaven van Deurne, is lid van onze vereniging en werkt bij het KBIN. De Werkgroep Natuurhistorisch Museum Boekenberg is dan ook trots op de nauwe relaties met de wereldtop.

De volledige top-10 van beste musea ter wereld staat op de website van CNN.

Klas 4A van Drakenhof op bezoek

Op 9 juni kreeg het Natuurhistorisch Museum klas 4A van basisschool Drakenhof over de vloer. Dago, onze jongste vrijwilliger, gaf een spreekbeurt over het museum en mocht voor die gelegenheid zijn klasgenoten en juf uitnodigen in de grot. Na een boeiende uiteenzetting over de ontstaansgeschiedenis van het museum en de collectie gidste Dago zijn medeleerlingen door alle afdelingen in het grottencomplex. Vooral de zaal met fluorescerende mineralen viel in de smaak van de kinderen, niet in het minst omdat hun fluohesjes fel weerkaatsten in de fluorescentielampen. Alle leerlingen van 4A kregen een uitnodiging om in de grote vakantie het museum samen met hun ouders, broers, zussen en vriendjes te bezoeken.

Fluohesjes onder de fluorescentielampen, een verrassend lichtspektakel!
Fluohesjes onder de fluorescentielampen, een verrassend lichtspektakel!

Dago gaf een spreekbeurt voor klas 4A van basisschool Drakenhof.